Recept voor 4 personen
Bereidingstijd 40 minuten
Ingrediënten
25 g boter
3 sjalotten, gesnipperd
380 ml visfond
250 ml droge witte wijn
1 laurierblaadje
125 ml slagroom
80 g bloem
2 noordzeetongen
6 el olijfolie
100 g Hollandse garnalen
25 g bieslook
Bereiden
Verwarm de oven voor op 125 ºC. Smelt 10 g boter in een steelpan. Fruit de sjalotten op laag vuur 5 min. De sjalot moet een beetje zacht worden, maar niet bruin kleuren. Voeg de fond, wijn en het laurierblaadje toe en draai het vuur hoog. Laat in 10 min. tot 1/3 inkoken. Je hebt dan nog ongeveer 200 ml over. Neem van het vuur en laat 1 min. afkoelen. Voeg de slagroom toe en zet de pan weer op het vuur. Laat op laag vuur 10 min. koken en iets indikken.
Schep ondertussen de bloem op een groot bord. Bestrooi de vis aan beide zijden met peper en zout. Druk aan beide kanten stevig in de bloem. Schud overtollig bloem eraf. Verhit in 2 ruime koekenpannen elk 3 el olie. Leg in elke pan 1 vis. Bak op hoog vuur in 5 min. goudbruin. Keer halverwege. Als je maar 1 grote koekenpan hebt, bak je de vissen stuk voor stuk in de koekenpan. Doe de vis in de ovenschaal en bak ca. 6 min. in de oven.
Giet de saus door een zeef. Zet weer terug op het vuur en breng aan de kook. Meng er van het vuur af al kloppend met een garde de rest van de in blokjes gesneden boter door. Meng de garnalen en bieslook erdoor en breng op smaak met peper en zout. Serveer de saus bij de vis.
Bron: Allerhande